O Lied! O Lied! Gij helpt de smert [wanneer de rampen raken]1, gij kunt, o Lied, de [wonde]2 in 't hert, de wonde in 't hert vermaken! [o Lied, o Lied!]3 Gij laaft den dorst, [gij]4 bluscht het brandend blaken, gij kunt, o Lied, de drooge borst en 't [wee]5 daarvan doen staken. o Lied! o Lied, het zwijgend nat dat [leekt]6 nu langs [mijn]7 kaken, gij kunt het, [en uw kunst is dat]8, gij kunt het honing maken... o Lied! [o Lied!]3
Drie liederen
Song Cycle by Hanna Beekhuis (1889 - 1980)
1. O, lied  [sung text checked 1 time]
Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), no title, written 1860
See other settings of this text.
View original text (without footnotes)Spelling changes used by Bervoets: drooge -> droge
Spelling changes used by De Vocht: smert -> smart ; de wonde in 't hert -> de wond in 't hart
Spelling changes used by De Puysseleyr: drooge -> droge, honing -> honig
Spelling changes used by Goedertier: daarvan -> dervan ; leekt -> lekt
Spelling changes used by Robberecht: o Lied ! -> oh lied ! ; honing -> honig
1 Bervoets: "wanneer rampen naken"
2 Agsteribbe, Bervoets, De Puysseleyr: "wond' "
3 omitted by Beekhuis
4 Goedertier: "en"
5 Robberecht: "leed"
6 De Puysseleyr: "loopt"; Duclos: "rolt"
7 Bervoets: "m'n"
8 Robberecht: "oh lied"
Researcher for this page: John Versmoren
2. De bruine bie  [sung text checked 1 time]
Wat hangt gij daar te praten aan die blomme, o bruine bie; waarop, waaruit, waarover ik u ronken hoore en zie? Gij zijt er met uw'neuze en met uw' tonge al ingegaan; gij het eraan geroken en van alles aan gedaan, daarom, daarin, daarover, op uw' vlerken alle twee: ik wonder hoe die blomme u laat geworden, zoo ter lee! Och, ware ik in heur' plaatse, ik hiet u varen, en ik sloot zoo seffens al dat werk, al dat geruchte uit mijnen schoot, en 'k...: "Rap, uit mijnen weg en uit [mijn]1 zunne, dat ik zie: [houdt]2 op, en laat mij werken, of ik strale u!" zei de bie.
Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Wat hangt gij daar te praten"
See other settings of this text.
View original text (without footnotes)Spelling changes used by Watelet: hoore -> hoor; ingegaan -> in gegaan
1 Beekhuis: "mijne"
2 Beekhuis: "houd"
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
3. De winden  [sung text checked 1 time]
De zee, de zee, ze 'n zoeft bijkans zoo zeer niet als de boomen, daar, wild, de winden deure rijen, te peerde, en zonder toomen. Aan 't roepen gaan tienduizenden tienduizenden van blâren, alsof 't zoveel tienduizenden van dolle menschen waren. De regen ronkt, en geuten gaan, gegeeseld, allenthenen, de natte boomen buigen doen, en bulderen en [stenen]1. Hoort! Nog nen keer, en nog nen keer, hertuiten en hertieren de wilde winden: wederom is 't zeegeruchte aan 't gieren. Geen einde ervan! De vogels zijn gevlucht, de takken breken; verloren is de stemme mij gegaan. - De winden spreken.
Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "De winden"
See other settings of this text.
View original text (without footnotes)Spelling change used by Zagwijn: stenen -> steenen
1 Beekhuis: "steenen"
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]