Dutch (Nederlands) translations of 6 Lieder für Alt mit Pianoforte, opus 134
by Franz Paul Lachner (1803 - 1890)
Return to the original list
Die stille Wasserrose Steigt aus dem blauen See, Die feuchten Blätter zittern, Der Kelch ist weiß wie Schnee. Da gießt der Mond vom Himmel All' seinen gold'nen Schein, Gießt alle seine Strahlen In ihren Schooß hinein. Im Wasser um die Blume Kreiset ein weißer Schwan, Er singt so süß, so leise Und schaut die Blume an. Er singt so süß, so leise Und will im Singen vergehn -- O Blume, weiße Blume, Kannst du das Lied verstehn?
Text Authorship:
- by Emanuel von Geibel (1815 - 1884), no title, appears in Jugendgedichte, in 1. Erstes Buch, in Lieder als Intermezzo, no. 9
See other settings of this text.
De stille waterlelie rijst uit de held're plas de bladr'en glinst'ren en schitt'ren, zo wit die bloem daar was. De maan staat aan de hemel in al z'n gouden gloed, 't is of hij met zijn stralen juist haar beschijnen moet. Daar cirkelt om die lelie een helderwitte zwaan hij zingt zo zoet, zo zachtjes en ziet de lelie staan. Hij zingt zo zoet zo zachtjes, en zingt haar droef zo zijn lied o lelie, witte lelie voel jij dan mijn verdriet?
Text Authorship:
- Translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2003 by Wijtse Rodenburg, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., you may ask the copyright-holder(s) directly or ask us; we are authorized to grant permission on their behalf. Please provide the translator's name when contacting us.
Contact: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Emanuel von Geibel (1815 - 1884), no title, appears in Jugendgedichte, in 1. Erstes Buch, in Lieder als Intermezzo, no. 9
Go to the general single-text view
This text was added to the website: 2004-01-22
Line count: 16
Word count: 82
Und wenn die Primel schneeweiß blickt Am Bach, am Bach aus dem Wiesengrund, Und wenn vom Baum die Kirschblüth nickt Und die Vöglein pfeifen im Wald allstund: Da flickt der Fischer das Netz in Ruh, Denn der See liegt heiter im Sonnenglanz; Da sucht das Mädel die rothen Schuh, Und schnürt das Mieder sich eng zum Tanz, Und denket still, Ob der Liebste, der Liebste nicht kommen will. Es klingt die Fiedel, es brummt der Baß, Der Dorfschulz sitzet im Schank beim Wein, Die Tänzer drehn sich ohn' Unterlaß An der Lind', an der Lind' im Abendschein. Und geht's nach Haus' um Mitternacht, Glühwürmchen trägt das Laternchen vor, Da küsset der Bube sein Dirnel sacht, Und sagt ihr leis' ein Wörtchen ins Ohr, Und sie denken beid': O du selige fröhliche Maienzeit.
Text Authorship:
- by Emanuel von Geibel (1815 - 1884), "Frühling", appears in Jugendgedichte, in 3. Drittes Buch, in Athen, in Ländliche Lieder, no. 1
See other settings of this text.
Wanneer de primula1 sneeuwwit kijkt Bij de beek, [bij de beek]2 uit de weidegrond, [En] als [aan de boom] de kersenbloesem prijkt En de vogels fluiten in 't bos klok-rond; Dan maakt de visser zijn net [gereed], Want het meer ligt helder in zonneglans; Dan zoekt het meisje haar [rode] schoenen, En snoert haar keursje strak dicht voor de dans En denkt dan stil, en denkt dan stil Of de liefste niet komen wil. Daar klinkt de vedel, daar bromt de bas, De dorpsschout zit in de kroeg aan de wijn, De dansers werv'len met wilde pas [Bij de lind', bij de lind'] in de avondschijn. En gaat men naar huis te [midder]nacht, De glimworm gaat met zijn lampje voor; Dan kust vlug [de jongen] hij zijn liefje zacht En zegt haar zacht een woordje in 't oor, En ze denken bei, en zij denken bei: O, jij heerlijke, [vrolijke] tijd van Mei!
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2012 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Emanuel von Geibel (1815 - 1884), "Frühling", appears in Jugendgedichte, in 3. Drittes Buch, in Athen, in Ländliche Lieder, no. 1
Go to the general single-text view
View original text (without footnotes)1 Schumann geeft in dit lied veel Duitse lettergrepen twee achtste noten. In deze vertaling moet vaak elke lettergreep op een achtste noot gezongen worden.
2 Omdat bij Schumann beide stemmen in dit lied niet altijd synchroon zingen, moet een van beide -- zie de partituur -- de tussen haken geplaatste woorden overslaan.
This text was added to the website: 2012-05-14
Line count: 20
Word count: 155
Frühling läßt sein blaues Band Wieder flattern durch die Lüfte; Süße, wohlbekannte Düfte Streifen ahnungsvoll das Land. Veilchen träumen schon, Wollen balde kommen. -- Horch, von fern ein leiser Harfenton! Frühling, ja du bist's! Dich hab' ich vernommen!
Lente laat haar blauwe band Weer frivool de luchten kleuren; Zoete, welbekende geuren Strelen suggestief het land. Viooltjes1, droombekoord, Zullen weldra komen. Hoor, [van ver een lieflijk]2 harpakkoord! Lente, jij bent hier! Jou heb 'k waargenomen!
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Er ist's"
Go to the general single-text view
View original text (without footnotes)1 Viooltjes: te zingen met een voorslag
2 [...] Bij Schumann: een
This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 9
Word count: 39
Derweil ich schlafend lag, Ein Stündlein wohl vor Tag, Sang vor dem Fenster auf dem Baum Ein Schwälblein mir, ich hört' es kaum Ein Stündlein wohl vor Tag: "Hör an, was ich dir sag'! Dein Schätzlein ich verklag': Derweil ich dieses singen tu', Herzt er ein Lieb in guter Ruh, Ein Stündlein wohl vor Tag." O weh! nicht weiter sag'! O still! nichts hören mag! Flieg ab, flieg ab von meinem Baum! -- Ach, Lieb' und Treu' ist wie ein Traum Ein Stündlein wohl vor Tag.
Text Authorship:
- by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Ein Stündlein wohl vor Tag"
See other settings of this text.
Terwijl ik nog in bed lag, vlak voor de nieuwe dag, zong in de boom bij m'n raam 'n zwaluw heel zacht mijn naam, vlak voor de nieuwe dag: "Luister naar mijn beklag! Je lief doet wat niet mag: Terwijl ik hier fluit dit liedje, liefkoost hij een ander grietje, vlak voor de nieuwe dag". O wee! doe alsof je 't niet zag! O stil! niemand die 't horen mag! Vlieg op, vlieg weg uit mijn boom! Ach, liefde en trouw is als een droom vlak voor de nieuwe dag.
Text Authorship:
- Translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © by Wijtse Rodenburg, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., you may ask the copyright-holder(s) directly or ask us; we are authorized to grant permission on their behalf. Please provide the translator's name when contacting us.
Contact: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Ein Stündlein wohl vor Tag"
Go to the general single-text view
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 15
Word count: 91
«Lebe wohl!» - Du fühlest nicht, Was es heißt, dies Wort der Schmerzen; Mit getrostem Angesicht Sagtest du's und leichtem Herzen. Lebe wohl! - Ach, tausendmal Hab' ich mir es vorgesprochen. Und in nimmersatter Qual Mir das Herz damit gebrochen.
Früh, wann die Hähne kräh'n, Eh' die Sternlein verschwinden, Muß ich am Herde stehn, Muß Feuer zünden. Schön ist der Flammen Schein, Es springen die Funken. Ich schaue so drein, In Leid versunken. Plötzlich, da kommt es mir, Treuloser Knabe, Daß ich die Nacht von dir Geträumet habe. Träne auf Träne dann Stürzet hernieder; So kommt der Tag heran - O ging' er wieder!
Text Authorship:
- by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Das verlassene Mägdlein"
See other settings of this text.
Vroeg, als net kraait de haan, Vóór de sterren (ver)bleken, Moet 'k bij de haard al staan, Het vuur aansteken. Mooi is het vlammenvuur, De springende vonken. Ik kijk er naar, (ik) tuur, In leed verzonken. Plots'ling gebeurt het mij: Jij bent gekomen! Trouwloze jongen, jij Kwelt 's nachts mijn dromen. D' een na de and're traan Valt op mijn kleren; Daar komt de dag al aan -- Wou hij maar keren!
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2012 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Das verlassene Mägdlein"
Go to the general single-text view
This text was added to the website: 2012-12-05
Line count: 16
Word count: 71