by
Karl Klingemann (1798 - 1862)
Es lauschte das Laub so dunkelgrün
Language: German (Deutsch)
Our translations: CAT DUT ENG
Es lauschte das Laub so dunkelgrün
Dort in das Fenster hinein,
Die Sonne darin am liebsten schien,
Dort sangen die Vögelein.
Sie wähnen, es werde so ewig währen,
Sie spielen und mögen's nicht anders begehren.
Es lauscht aus dem Laub so dunkelgrün,
Es strahlen dort Augen hinaus,
Es ranken die Reben im stillen Bemüh'n,
Umgarnen das einsame Haus.
Es wähnen die Armen, das Leuchten zu fangen,
Sie streben und weben mit Sehnsucht und Bangen.
Nun rauschet das Laub so gelblich rot,
Sieht nicht mehr in's Fenster hinein,
Das Vögelgezwitscher ist still und tot,
Vorüber der Sonnenschein!
Wohl mußte das freudige Grün verblassen,
Das Fenster im Laube ist leer und verlassen.
Text Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "El fullatge d’un verd fosc escoltava", copyright © 2022, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Het lover, het loerde donkergroen", copyright © 2017, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Garrett Medlock) , "The dark green leaves eavesdropped", copyright © 2020, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this text: Emily Ezust [
Administrator]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 18
Word count: 110
Het lover, het loerde donkergroen
Language: Dutch (Nederlands)  after the German (Deutsch)
Het lover, het loerde donkergroen
Naar binnen door 't venstertje klein,
De zon had daarmee het liefst van doen,
Daar zongen de vogels fijn.
Zij denken, niets zal dit nog ooit verstoren,
Zij spelen en willen iets anders niet horen.
Iets loert uit het loof zo donkergroen,
Er stralen ook ogen daaruit,
Er klimmen daar ranken die stil heel veel doen,
Zij wurgen het eenzame huis.
Ze denken, hoe zielig, het zonlicht te vangen,
Ze streven en weven met angst en verlangen.
Nu ruist er het loof zo gelig rood,
Kijkt niet meer door ‘t venstertje klein,
Het vogelgekwetter is stil en dood,
Voorbij is de zonneschijn!
Het vrolijke groen moest zijn kleur loslaten,
Het venster in ’t lover is leeg en verlaten.
Text Authorship:
Based on:
This text was added to the website: 2017-04-15
Line count: 18
Word count: 123