Hörst du von den Nachtigallen
Die Gebüsche wiederhallen?
Sieh, es kam der holde Mai.
Jedes buhlt um seine Traute,
Schmelzend sagen alle Laute,
Welche Wonn' im Lieben sey.

Andre, die im Käfig leben,
Hinter ihren Gitterstäben,
Hören draußen den Gesang;
Möchten in die Freyheit eilen,
Frühlingslust und Liebe theilen:
Ach! da hemmt sie enger Zwang.

Und [es]1 drängt sich in die Kehle
Aus der gramzerrißnen Seele
Schmetternd ihres Lieds Gewalt,
Wo es, statt im Wehn der Haine
Mitzuwallen, [von]2 der Steine
Hartem Bau zurücke prallt.

So, im Erdenthal gefangen,
Hört [des]3 Menschen Geist mit Bangen
[Hoher Brüder Harmonie]4;
[Strebt]5 umsonst zu Himmelsheitern
Dieses Daseyn zu erweitern,
Und das nennt er Poesie.

Aber scheint er ihre Rhythmen
Jubelhymnen auch zu widmen,
Wie aus lebenstrunkner Brust:
Dennoch fühlen's zarte Herzen,
Aus der Wurzel tiefer Schmerzen
Stammt die Blüthe seiner Lust.

About the headline (FAQ)

View original text (without footnotes)

Confirmed with August Wilhelm Schlegels poetische Werke. Erster Theil. Heidelberg bey Mohr und Zimmer 1811, pages 264-265; and with A. W. Schlegel's poetische Werke. Zweyter Theil. Neueste Auflage. Wien 1816. Bey B. Ph. Bauer, pages 31-32 (with the title Die gefangenen Sänger).

¹ Schubert: "nun"
² Schubert: "an"
³ Schubert (Alte Gesamtausgabe): "der"
⁴ Schubert: "Hehrer Brüder Melodie"
⁵ Schubert: "Sucht"

Text Authorship:

• by August Wilhelm Schlegel (1767 - 1845), "Die gefangnen Sänger", written 1810, first published 1811 [author's text checked 2 times against a primary source]

Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):

• by Franz Peter Schubert (1797 - 1828), "Die gefangenen Sänger", D 712 (1821), published 1842 [ voice, piano ], A. Diabelli & Co., VN 7411 Wien (Nachlaß-Lieferung 33) [sung text checked 1 time]

Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):

• CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
• DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "De gevangen zangers", copyright © 2008, (re)printed on this website with kind permission
• ENG English (T. P. (Peter) Perrin) , "The imprisoned singers", copyright © 2011, (re)printed on this website with kind permission
• FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Les chanteurs captifs", copyright © 2012, (re)printed on this website with kind permission

Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Peter Rastl [Guest Editor]

This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 30
Word count: 138

Hoor je hoe de nachtegalen
In de bosjes madrigalen?
Zie, de Mei kwam, mooi en fris.
Elke vogel zoekt zijn bruidje,
Smeltend zegt nu elk geluidje
Hoe verrukk'lijk liefde is.
 
And're die in kooitjes hokken,
Achter tralies en op stokken,
Horen buiten het gezang;
Zouden ook vrij willen spelen,
Lentelust en liefde delen;
Ach, dan remt hen enge dwang!
 
Maar nu welt op in hun kelen
Een verdrietdoortrokken kwelen,
Een gezang dat krachtig schalt,
Waar het niet met bomenkruinen
Mee kan golven, maar van stenen
Wanden hard terug weer knalt.
 
Zo, in 't aardse dal gevangen,
Hoort de mens met bang verlangen
Een verheven melodie;
Zoekt vergeefs tot hemelhoogten
Zijn bestaan ook te vergroten,
En dat noemt hij poëzie.
 
Maar al lijkt hij dan aan blijde
Jubel zijn trochee te wijden,
Dronken van de levensfust,
Dan nog voelen 't tere harten:
Uit een bron van diepe smarten
Komt de praal van al zijn lust.