by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899)
Beêvaertlied See original
Language: Dutch (Nederlands)
Maria, milde en machtig,
vereerd bij God en mensch,
weest, Moeder, mij indachtig
die mij te beteren wensch.
Ik heb mijn schoone dagen
verroekloosd en verdaan;
en kom, o Moeder, klagen
bij U voortaan.
Verleed was en verloren
mijn voetstap en mijn hert,
langs ongebaande sporen,
vol boosheid en vol smert;
bij nachten en bij dagen
verzucht ik langs de baan;
en kom, o Moeder, klagen
bij U, voortaan.
Maria, mag 't geschieden
alsdat gij, milde en goed,
mij wilt genade bieden,
eer dat ik sterven moet?
Eilaas, ik dierf het wagen
de wereld na te gaan,
en kom, o Moeder, klagen
bij U, voortaan.
...
Maria, milde en machtig,
ik bid U, en weêrziet,
uw schoonen name indachtig,
mij, armen zondaar, niet;
de straffen wil ik dragen
van 't gene ik heb misdaan,
en kom, o Moeder, klagen
bij U, voortaan.
Note: E. Tinel's score leaves out many j's in words like "bij" and spells "mijn" as "miin"; and replaces "aa" with "ae" consistently.
Composition:
- Set to music by Edgar Pierre Joseph Tinel (1854 - 1912), "Beêvaertlied", op. 34 no. 1 (1885), stanzas 1-3,6 [ four-part mixed chorus a cappella ], from Sechs Marienlieder für Haus und Konzert, no. 1
Text Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Maria, milde en machtig"
See other settings of this text.
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- GER German (Deutsch) [singable] (Elisabeth Alberdingk Thijm) , "Wallfahrtslied"
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Johann Winkler
This text was added to the website: 2020-10-19
Line count: 56
Word count: 253