Attention! Some of this material is not in the public domain.
It is illegal to copy and distribute our copyright-protected material without permission. It is also illegal to reprint copyright texts or translations without the name of the author or translator.
To inquire about permissions and rates, contact Emily Ezust at licenses@email.lieder.example.net
If you wish to reprint translations, please make sure you include the names of the translators in your email. They are below each translation.
Note: You must use the copyright symbol © when you reprint copyright-protected material.
Vor Thebens siebenfach gähnenden Thoren Lag im furchtbaren Brüderstreit Das Heer der Fürsten zum Schlagen bereit, [Im heiligen]1 Eide zum Morde verschworen. Und mit des Panzers blendendem Licht Gerüstet, als gält' es die Welt zu bekriegen, Träumen sie jauchzend von Kämpfen und Siegen, Nur Amphiaraos, der Herrliche, nicht. Denn er liest in dem ewigen Kreise der Sterne, Wen die kommenden Stunden feindlich [bedrohn]2. Des Sonnenlenkers gewaltiger Sohn Sieht klar in der Zukunft nebelnde Ferne. Er kennt des Schicksals verderblichen Bund, Er weiß, wie die Würfel, die eisernen, fallen, Er sieht die [Moira]3 mit blutigen Krallen, Doch die Helden [verschmähen]4 den [heil'gen]5 Mund. Er sah des Mordes gewaltsame Thaten, Er wußte, was ihm die Parce spann. So ging er zum Kampf, ein verlorner Mann, Von dem eignen Weibe schmählich verrathen. Er war sich der himmlischen Flamme bewußt, Die heiß die kräftige Seele durchglühte, Der Stolze nannte sich [Apolloide]6, Es schlug ihm ein göttliches Herz in der Brust. "Wie? - ich, zu dem die Götter geredet, Den der [Weisheit]7 heilige Düfte umwehn, Ich soll in gemeiner Schlacht vergehn, Von Periclimenos Hand getödtet? Verderben will ich durch [eigne]8 Macht, Und staunend vernehm' es die kommende Stunde, Aus künftiger Sänger [geheiligtem]9 Munde, Wie ich kühn mich gestürzt in die ewige Nacht." Und als der blutige Kampf begonnen, Und die Ebne [vom]10 Mordgeschrei wiederhallt, So ruft er verzweifelnd: "Es naht mit Gewalt, Was mir die [untrügliche]11 Parce gesponnen. Doch wogt in der Brust mir ein göttliches Blut, Drum will ich auch werth des Erzeugers verderben." Und wandte die Rosse auf Leben und Sterben, Und jagt zu des Stromes hochbrausender Fluth. Wild schnauben die [Hengste]12, laut rasselt der Wagen, Das Stampfen der Hufe [zermalmt]13 die Bahn. Und schneller und schneller noch ras't es heran, Als gält' es, die [flücht'ge]14 Zeit zu erjagen. Wie wenn er die Leuchte des Himmels geraubt, Kommt er [im]15 Wirbeln der Windsbraut geflogen; Erschrocken heben die Götter der Wogen, Aus schäumenden Fluthen das [schilfichte]16 Haupt. [Doch]17 plötzlich, als wenn der Himmel erglüh'te, Stürzt ein Blitz aus der heitern Luft, Und die Erde zerreißt sich zur furchtbaren Kluft; Da rief laut jauchzend der [Apolloide]6: "Dank dir, [Gewaltiger]18, fest steht mir der Bund, Dein Blitz ist mir der Unsterblichkeit Siegel, Ich folge dir, Zeus!" - und er faßte die Zügel, Und jagte die Rosse hinab in den Schlund.
Confirmed with Knospen von Theodor Körner. Leipzig bei Georg Joachim Göschen. 1810, pages 91-93; with Theodor Körner's Gedichte. [Erster Theil.] Neueste Auflage. Wien 1815. Bey B. Ph. Bauer, pages 70-72; with Theodor Körners vermischte Gedichte und Erzählungen (poetischer Nachlass). Wien, 1815. In der Haasschen Buchhandlung, pages 37-40; and with Urania. Taschenbuch für das Jahr 1810. Amsterdam, im Kunst- und Industrie-Comptoir, pages 220-222.
1 Körner (Urania 1810): "In heiligem"2 Schubert (Neue Gesamtausgabe): "bedrohen"
3 Schubert: "Möira"
4 Körner (Urania 1810): "verschmähn"
5 Körner (Urania 1810), and Schubert: "heiligen"
6 Körner (Urania 1810): "Apollonide"
7 Schubert: "Wahrheit"
8 Schubert: "eigene"
9 Körner (Urania 1810): "heiligem"
10 Körner (Urania 1810): "von"
11 Körner (Bauer edition): "untriegliche"
12 Schubert: "Rosse"
13 Körner (Urania 1810): "zermalmte"; Schubert: "zermalmet"
14 Schubert: "flüchtige"
15 Schubert (Alte Gesamtausgabe): "in"
16 Körner (Urania 1810): "schilfigte"; Körner (Bauer edition): "schilfige"
17 Schubert: "Und"
18 Körner (Urania 1810): "Gewalt'ger"
Text Authorship:
- by (Karl) Theodor Körner (1791 - 1813), "Amphiaraos", written 1808-09, appears in Knospen, first published 1810 [author's text checked 3 times against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Franz Peter Schubert (1797 - 1828), "Amphiaraos", D 166 (1815), published 1894 [sung text checked 1 time]
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Amfiarau", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Amphiaraos", copyright © 2011, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Emily Ezust) , "Amphiaros", copyright ©
- FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Amphiaraos", copyright © 2010, (re)printed on this website with kind permission
- ITA Italian (Italiano) (Ferdinando Albeggiani) , "Amfiarao", copyright © 2011, (re)printed on this website with kind permission
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Peter Rastl [Guest Editor]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 56
Word count: 382
Voor Thebe's zevental gapende poorten Lag in vreselijke broederstrijd Het leger1 der vorsten tot vechten bereid; Zij hadden bij ede gezworen te moorden. En met hun pantser dat lichtvonken schiet Bewapend, als moest men de wereld belagen, Dromen zij juichend van zeges en slagen, Slechts Amphiaraos, de prachtige, niet. Want hij leest in de eeuwige kringloop der sterren, Wie de komende uren zwaar wordt bedreigd. Want Helios'2 zoon, ja, die toppen bestijgt, Ziet klaar in de toekomst, neev'lig en verre. Hij kent van 't noodlot het wrede verhaal, De val van de teerling, hij weet het te schouwen, Hij ziet reeds Moïra met bloedige klauwen; Doch de helden versmaden de heilige taal. Hij zag het moorden, de gruwzame daden, Hij wist zich al in der Parcen ban, Zo trok hij ten strijd', een verloren man, Door zijn eigen vrouwe smaad'lijk verraden. Hij voelde de hemelse vlam die hij torstt', Die heet zijn krachtige ziel ook doorziedde; De trotse noemde zich Appolloïde, Er klopte een goddelijk hart in zijn borst. "Wat? -- Ik, tot wie de goden ooit spraken, Wie de heilige geuren der waarheid omgaan Moet ik in een simp'le slag vergaan, Moet Periklymenos' hand mij raken? Nee, sterven zal ik door mijn eigen macht, En dadelijk worde 't met heilige tongen Door jeugdige zangers bewond'rend gezongen, Hoe ik dapper mij wierp in de eeuwige nacht." Was dan de bloedige strijd begonnen, En de vlakte van moordgeschreeuw gans vervuld, Zo riep hij vertwijf'lend: 'Daar komt met geweld, Wat mij de onfeilbare Parcen ooit sponnen. Toch stroomt in mijn borst, ja, een goddelijk bloed, Dus wil ik ook roem als mijn vader verwerven." Hij wendde de paarden op leven en sterven, En joeg naar de stroom, de luid bruisende vloed. Wild snuiven de hengsten, luid ratelt de wagen, Het stampen der hoeven verbrijzelt de baan. En sneller en sneller nog wil hij maar gaan, Alsof hij de vluchtige tijd moet bejagen. Als had hij de lichten des hemels geroofd, Komt hij in werv'lende wind aangevaren; Geschrokken heffen de goden der baren Uit schuimende golven hun sliertige hoofd. Maar plots'ling, alsof de hemel gaat zieden, Schiet een schicht uit de heldere lucht, En de aardbodem splijt met vreeswekkend gerucht; Toen riep luid juichend de Apolloïde: "Dank u, geweldige! Vast staat mij uw steun. Uw schicht is mij het onsterf'lijkheidszegel; Ik volg u nu, Zeus!" -- en hij vatte de teugel En joeg prompt zijn paarden omlaag in 't ravijn.
1 Leger: te zingen op kwart- plus achtste noot
2 Helios: te zingen op een halve en twee kwartnoren
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2011 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by (Karl) Theodor Körner (1791 - 1813), "Amphiaraos", written 1808-09, appears in Knospen, first published 1810
This text was added to the website: 2011-03-03
Line count: 56
Word count: 405