De vogels springen door de heg En zingen uit den treuren; De Mei strooit bloesems langs den weg, En klopt aan alle deuren, En zie! daar komt bij 't [blij]1 geluid Het jonge volk de huizen uit. Gij, kinders! zat een' winter lang Te kleumen en te treuren; Nu lijkt die lieven vogelzang Uw hartjes op te beuren; Komt, zingt en springt dan nu om strijd, Zoo flink alsof gij vogels zijt. En zingt gij laag en zingt gij hoog, En zingt gij uit den treuren, En ziet gij aan des Hemels boog De voorjaarsnevlen scheuren, Denkt dan [aan onzen lieven]2 Heer, [Die]3 bloesems geeft en Lenteweêr. Mijn vogelkoor, mijn kinderkoor, Dat 's beter dan te treuren! Zingt vrij en blij uw Lente door Bij zonnenschijn en geuren, [En denkt]4 -- ook als gij ouder zijt -- "Na winterdagt komt Lentetijd!"
Liederkrans: nederlandsche Dichtbloemen in Noord en Zuid gegaard en voor twee Zangstemmen (Liederen en Canons) gecomponeerd, 1de Deeltje
by Richard Hol (1825 - 1904)
. Meimaand
Authorship:
- by Jan Pieter Heije (1809 - 1876), "Meimaand", appears in Kinderliederen [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Richard Hol (1825 - 1904), op. 75, published 1877 [ 2 high voices, unaccompanied ], Groningen: P. Noordhoff & M. SmitView original text (without footnotes)
Confirmed with Jan Pieter Heije, Kinderliederen, Amsterdam: P. N. van Kampen, 1861, page 13.
1 Hol: "zoet"2 Hol: "hoe onze lieve"
3 Hol: "Nu"
3 Hol: "Onthoudt"
Researcher for this page: Melanie Trumbull
8. Een Middagslaapje  [sung text checked 1 time]
Wie rusten wil in 't groene woud, Wie rusten wil met lusten, Hij kieze een plekje, digt in 't houd En vleije zich tot rusten; Een peluwtje van mollig mos, Een kussentje van varen En een gordijn van blaren ... Geeft zoeten middagslaap in 't bosch. De hemel van het ledekant Blinkt prachtig-blaauw door 't loover, De heesters slingren om den rand, De bloesem hangt er over; Het koeltje fluistert met den vliet, De dartle vlinders spelen, De nachtegalen kwelen . . . Is 't niet een lieflijk wiegelied? En 't best is: dat het groene woud Met koelte en rust u lavend, Van u geen zilver vraagt of goud, Al slaapt gij tot den avend; 't Vraagt enkel: zijt gij mat, of moê? De slaapsteê is voor allen! En is ze u goed bevallen, Dan krijgt gij 't avondgoud nog toe!
Authorship:
- by Jan Pieter Heije (1809 - 1876), "Een Middagslaapje ", appears in Kinderliederen
Go to the single-text view
Confirmed with Jan Pieter Heije, Kinderliederen, Amsterdam: P. N. van Kampen, 1861, page 142.
Researcher for this page: Melanie Trumbull
11. Wiegelied  [sung text checked 1 time]
En over de weide Daar blonk de zon, Di-di-del-di-don, Zoo blijde! De vogelkens wipten in vlogen rond, En maakten 't aan boomen en bloemen kond. Zij sprongen, En zongen: "Het is gewis, Dat een lief kindje geboren is." La, la, la, la, la! Dan kwamen geloopen De schaapkens blank, Klink-klank-elink-klank, Met hoopen! Door 't vensterke keken ze vrank en vrij, En huppelden weer naar de malsche wei. Zij kreten En bleetten: "Het is gewis, Dat een lief kindjen aan 't lachen is." La, la, la, la, la! Dan kwamen ook lonken De biekens vroom, Zoom-zôme-zoom-zoom, En ronken! Zij wemelden langzaam het wiegske rond, En maakten 't aan vogels en schaapkens kond. Zij kruisten En ruischten: "Het is gewis, Dat een lief kindjen aan 't slapen is. La, la, la, la, la!
Authorship:
- by Gentil Theodoor Antheunis (1840 - 1907), no title, appears in Uit het hart! liederen en gedichten, in Huisgezin, in Wiegeliederen, no. 1
Go to the single-text view
Confirmed with Gentil Theodoor Antheunis, Uit het hart! liederen en gedichten, Leiden: A. W. Sijthoff, 1875, pages 93 - 95. Appears in Huisgezin, in Wiegeliederen, no. 1.
Researcher for this page: Melanie Trumbull
22. Een Kruis met Rozen  [sung text checked 1 time]
Een kruis met rozen Is 't menschenlot, is 't rijke leven, Uw gave, o God! Niet enkel rozen, Geen kruis alleen; De Liefde voegt ze Getrouw byéen. Een kruis met rozen! Och, vroom en goed, Och leer het dragen Met blijden moed. Ik weet de rozen, Zy vallen af! Het kruis nu, legt ge Pas neêr -- aan 't graf. Toch -- welk' uw gaarde En treure uw huis -- Merk op de bloeme Die blijft aan 't kruis. En kweek nog dankbaar De kleenste knop, En neem met liefde Uw last weêr op! De bloeme lacht u, O lach háar toe! En vloek het kruice Nooit, levensmoê. Moog elke bloeme Der aard vergaan, De vrucht des Levens, Die rijpt er aan.
Authorship:
- by Petrus Augustus de Genestet (1829 - 1861), "Een Kruis met Rozen", written 1859, appears in Laatste der Eerste
Go to the single-text view
Confirmed with Petrus Augustus de Genestet, Laatste der Eerste: tweede Druk, Amsterdam: Gebroeders Kraay, 1862, pages 286 - 288.
Researcher for this page: Melanie Trumbull