Tooverspel van vonk en vedel, 't zijn zigeuners in den nacht, bij de vuren klinkt het edel zangen-zwieren, wild of zacht. Zware rookkolommen stijgen tot de goudvlam hooger tongt... tooverspel, tot klanken zwijgen, wat toch was het wat gij zongt? Stil de vedel; en de starren fonk'len boven heuvelrij; donker-dof het bosch der sparren bij de nacht-verdroomde hei.
10 bos- en heide-zangen
by Marinus de Jong (1891 - 1984)
1. Toverspel van vonk en vedel  [sung text not yet checked]
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Tooverspel", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Licht. Nieuwe gedichten, Hilversum, 1923, p.16.
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Muziek waait door t bos  [sung text not yet checked]
Muziek waait door 't bosch, verwonderlijk zoet, fijn-teere muziek bij 't uchtendgekriek. Uit droomen ik rees, verwonderlijk schoon, nu zoek ik den lach van stralenden dag. Al kwam ik van ver, nog verder ik moet, ik laaf me aan de bron en zoek weer de zon. Wie meereizen wil, hij verneem' de muziek, en tijge in den wind als een zingend blij kind.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Woudmuziek", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Licht. Nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.19
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Bij de zilversparren  [sung text not yet checked]
Bij de zilversparren-rijen is een wereld van verblijen, waar de held're droppels blinken, suisel-lichte stemmen klinken. Nu te luist'ren, nu te schouwen naar het droomrig zilverblauwen, naar de fijne parelkransen, die op windewieg'ling dansen. Wat toch zongen, wat verhaalden al die fijne, scherpe naalden, al die spelende edel-kleuren, al die zangen, al die geuren? Oberon, is dit uw woning, zeg het mij, o elfenkoning, komen straks de slanke scharen met de groenig-gouden haren? Werp ook mij een mantel om in dit geurig heiligdom , in dit oord van diep geluk, 'k wil een makker zijn van Puck.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Bij de zilversparren", appears in Licht. Nieuwe gedichten, first published 1923
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Licht, nieuwe gedichten, Hilversum 1923, page 23
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Rode meidoorn
Ik droomde, ik ging door donker woud alleen
. . . . . . . . . .
— The rest of this text is not
currently in the database but will be
added as soon as we obtain it. —
5. Wat zoet geluid  [sung text not yet checked]
Wat zoet geluid , wat fijn , hoog- tonig schallen doorwaait de zuilengangen van het bosch, liet elke boom de schoonste liedren los, en zingen zij nu samen, allen , allen ? Zie ginds die zwammen , staand of omgevallen, gespikkeld, bruin, en andere weer voos - ros, en kamperfoelie, rijk in weeldedos, rond stam bij stam of sling'rend rond de wallen . Hier groet ik lied'ren , die de lucht doorklinken, hier groet ik wond'ren van het woudgebloemt, en volg het bijtje, dat het kruid doorzoemt, Zie zonnevuur op bronzen stammen blinken, en hooger ' t blauw zoo licht en liefde-klaar, dat ik maar liefst in zinnend zingen staar.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Wat zoet geluid ", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius , Licht nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.67
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
6. Eenzaam berkje  [sung text not yet checked]
' t Eenzaam berkje staat in zon te blinken, zilverblauw de fijne, blanke bast, dun de twijgen en de top, die wast, zomerliedjes laat een merel klinken . Bij ' t riviertje staat een knaap te drinken , buigt al dieper door iets schoons verrast, tot hij weer, door ' t water schrijdend, plast, en aan land wedijvert met de vinken . Langs het boschpad, voerend door valleien, tijgt hij fluitend naar het hoog, wit huis, waar de sparren staan in rechte rijen, Waar de lucht doorgonsd is van gesuis, maar ikzelf hoor droom'rig naar het vleien van mijn berk, die zingt met zacht geruisch.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Eenzaam berkje", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius , Licht nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.71
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
7. In 't bos
Een waterval bosvijver en een blad
. . . . . . . . . .
— The rest of this text is not
currently in the database but will be
added as soon as we obtain it. —
8. Gelijk een woud  [sung text not yet checked]
Gelijk een woud, dat ééns de dansen zag der schoone nimfen met de gouden tressen , die stil staan als het hert zijn dorst komt lesschen bij ' t open meir na ' t branden van den dag, Bij ' t komen van den herfst àl schooner wordt door praal van kleuren en hun tooverval en van die pracht toch eenmaal scheiden zal ; met zachte schokjes zwiert het blad, dat stort : Zóó leef ik in de stilte van mijn droom , weet lied en reidans en het lachen luid der nimfen en het klinken van de fluit, Het gloeien van de kruinen, boom bij boom, tot ik vervlietend in den Schoonen Schijn één oogenblik mag groot- gelukkig zijn .
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Gelijk een woud", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius , Licht nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.121
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
9. Erica  [sung text not yet checked]
Paars op de heide waar het loont te rusten , bloeit erica, die heerlijk ging ontluiken , wat is ' t een weelde om er in weg te duiken en ver te staren naar de kimme-kusten . Hoe golven-heen die kleine wilde struiken, die gloeien zacht en die mijn weemoed susten, zoodat ik denkend aan de geestbewusten , weer werken kon en werken werd me ontluiken . Ver blinken blond als duinen heuvelrijen, en dichtbij zijn de wegjes, zijn de dalen , en om en om dat gloeiend bloesempralen , Dat tooverspel van geven en verblijen. Van mooie wond'ren aldoor zij verhalen in ' t tooverland van vlinders en van bijen .
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Erica", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius , Licht nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.78
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
10. Dans  [sung text not yet checked]
Maanlicht en toover van het sterren - spelen en bosch -aromen, dwaallicht op de paden, gloeibout, dat glanst en dat gewuif van waden en melodieën als van verre veêlen . Vreemd leven is in ' t bosch van tikken , fluist'ren , van zacht verwaaien wat de blaêren zeien, en waar naaldboomen staan in rechte rijen klinkt ijl - fijn suizen helder bij het duist'ren . Dat groen- goud ginder is dat elfenhaar, en fonkʼlen in het maanlicht de juweelen, nu droomen - reidans heerlijk wordt gevierd ? Wat is dat schoon, de maan werd vol en klaar, ' t bosch trilt van zang door ' t wondervolle spelen van rei, die licht langs hooge stammen zwiert.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Dans", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius , Licht nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.82
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]