Lied
Language: German (Deutsch)
Our translations: CAT DUT ENG FRE SPA
Weit über das Feld durch die Lüfte hoch
Nach Beute ein mächtiger Geier flog.
Am Stromesrande im frischen Gras
Eine junge weißflüglige Taube saß;
O verstecke dich, Täubchen, im grünen Wald!
Sonst verschlingt dich der lüsterne Geier bald!
Eine Möwe hoch über der Wolga fliegt,
Und Beute spähend im Kreis sich wiegt.
O halte dich, Fischlein, im Wasser versteckt,
Daß dich nicht die spähende Möwe entdeckt!
Und steigst du hinauf, so steigt sie herab
Und macht dich zur Beute und führt dich zum Grab.
Ach, du grünende feuchte Erde du!
Tu dich auf, leg mein stürmisches Herz zur Ruh'!
Blaues Himmelstuch mit der Sternlein Zier,
O trockne vom Auge die Träne mir!
Hilf, Himmel, der armen, der duldenden Maid!
Es bricht mir das Herz vor Weh und Leid!
Note: First appeared in
Ivan, der Sohn des Starost, Poetische Farbenskizze aus Rußland in 1842; later published in 1853 in
Gedichte, titled "Ivan".
Text Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Cançó", copyright © 2022, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Lied", copyright © 2015, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Emily Ezust) , "Song", copyright ©
- FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Chant", copyright © 2013, (re)printed on this website with kind permission
- SPA Spanish (Español) (Alfonso Sebastián) , "Canción", subtitle: "Del poema «Ivan»", copyright © 2021, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this text: Emily Ezust [
Administrator]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 18
Word count: 128
Lied
Language: Dutch (Nederlands) after the German (Deutsch)
Wijd over het veld door de luchten hoog
Al jagend een machtige gier eens vloog.
Op de wateroever in ’t gras, fris en nat,
Juist een jonge witvleug’lige duif daar zat.
O verberg je toch, duifje, in ’t groene woud!
Want de gretige gier anders gauw jou klauwt.
Zie, een meeuw heel hoog boven de Wolga vliegt,
En buit bespiedend in rondjes daar wiegt.
O houd je toch, visje, in ’t water verstopt,
Dat straks niet de spiedende vogel jou fopt!
Want kom jij omhoog, dan daalt hij juist af
En pakt je als prooidier en voert je naar ’t graf.
Ach, jij groenende aarde, vol vocht en lust!
Geef je bloot, breng mijn stormende hart tot rust!
Jij, blauw hemeldoek, vol van sterrenlicht,
O droog toch de tranen op mijn gezicht!
Help, hemel, mij arme, mij lijdende vrouw!
Mijn hart wordt verscheurd door pijn en rouw!