Arbeitsam und wacker,
Pflügen wir den Acker,
Singend, auf und ab.
Sorgsam trennen wollen
Wir die lockern Schollen,
Unsrer Saaten Grab.

Auf und abwärts ziehend
Furchen wir, stets fliehend
Das erreichte Ziel.
Wühl', o Pflugschaar, wühle;
Aussen drückt die Schwüle
Tief im Grund ists kühl.

Neigt den Blick zur Erde,
Lieb und heimlich werde
Uns ihr dunkler Schooß;
Hier ist doch kein Bleiben;
Ausgesät zerstäuben
Ist auch unser Loos. 

Säet, froh im Hoffen;
Gräber harren offen,
Fluren sind bebaut;
Deckt mit Egg' und Spaten
Die versenkten Saaten,
Und dann: Gott vertraut!

Gottes Sonne leuchtet;
Lauer Regen feuchtet
Das entkeimte Grün!
Flock', o Schnee, und strecke
Deine Silberdecke
Schirmend drüber hin!

Erndten werden wanken,
Wo [nur]1 Körner sanken;
Mutter Erd' ist treu.
Nichts wird hier vernichtet,
Und Verwesung sichtet
Nur vom Keim' die Spreu.

Die vor uns entschliefen,
Schlummern in die Tiefen
Ihrer Gruft gesät;
Länger wird es säumen,
Bis die Gräber keimen,
Gottes Saat [ersteht]2!

Wer [noch trostlos]3 [trauret]4,
Glaub' es, ewig [dauret]5
Nicht der Aussaat Zeit.
Aus enthülster Schaale
Keimt im Todesthale
Frucht der Ewigkeit!

View original text (without footnotes)

Confirmed with J. G. von Salis Gedichte. Dritte vermehrte Auflage. Zürich, bey Orell, Gessner, Füssli & Comp. 1797, pages 96-98; with Gedichte von J. G. von Salis. Neue Auflage. Zürich, bey Orell Füßli und Compagnie. 1808, pages 113-115; and with Lyrische Anthologie. Herausgegeben von Friedrich Matthisson. Fünfzehnter Theil. Zürich 1806, bey Orell, Füssli und Compagnie, pages 59-61.

¹ Schubert: "nun"
² Schubert: "entsteht"
³ Salis (1806 and later editions): "um Todte"
⁴ Salis (1806 Matthisson edition): "trauert"
⁵ Salis (1806 Matthisson edition): "dauert"

Text Authorship:

• by Johann Gaudenz Freiherr von Salis-Seewis (1762 - 1834), "Pflügerlied", written 1794-97, first published 1797 [author's text checked 2 times against a primary source]

Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):

• by Franz Peter Schubert (1797 - 1828), "Pflügerlied", D 392 (1816), published 1895 [sung text checked 1 time]

Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):

• CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Cançó dels llauradors", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
• DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Ploegerslied", copyright © 2011, (re)printed on this website with kind permission
• ENG English (Malcolm Wren) , "Ploughing song", copyright © 2017, (re)printed on this website with kind permission
• FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Le chant du laboureur", copyright © 2010, (re)printed on this website with kind permission

Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Peter Rastl [Guest Editor]

This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 48
Word count: 176

IJverig en wakker
Ploegen wij de akker,
Zingend, aan en af.
Zorgzaam ploegend willen
Aardes huid wij schillen,
Geven 't zaad een graf.
 
Heen- en teruggaand snijdend
Scheuren wij, steeds scheidend
Van 't bereikte doel.
Blijf maar, ploegschaar, spitten!
Buiten drukt de hitte,
In de grond is 't koel.
 
Nijg de blik ter aarde,
Voel, ervaar de waarde
Van die donk're schoot;
Hier is toch geen blijven;
Langzaamaan ontlijven
Wacht ons na de dood.
 
Zaai, wees blij in 't hopen;
Graven wachten open,
Velden zijn bebouwd;
Dek met eg en spaden
De verzonken zaden,
En dan: God vertrouwd!
 
God zendt daarna zonlicht,
Regen, lauw, bevochtigt
Het ontkiemde groen.
Val maar, sneeuw, na weken;
Ga jouw zilv'ren deken
Zacht daar over doen!
 
Aren zullen beven
Waar slechts korrels bleven;
Moeder aard' is gul.
Niets gaat hier verloren,
Rotting scheidt bij 't koren
Slechts de kiem van de1 hul.
 
Die vóór ons ontsliepen
Liggen in het diepe
Graf als sluim'rend zaad;
Langer zal het duren
Tot de graven scheuren,
En Gods zaad opstaat!
 
Wie om doden treuren,
Weet, niet eeuwig duren
Zal d' ontkiemingstijd.
Uit het vlies zal priemen,
Zal in 't doodsdal kiemen
Vrucht van eeuwigheid!