Die Sonne sinkt ins tiefe Meer,
Da wollte sie kommen.
Geruhig trabt der Schnitter einher,
Mir ist's beklommen.
Hast, Schnitter, mein Liebchen nicht gesehn?
   Alinde! Alinde! -
»[Zu Weib und Kindern]1 [will]2 ich gehn,
Kann nicht nach andern Dirnen sehn;
Sie warten mein unter der Linde.« -

Der Mond betritt die Himmelsbahn,
Noch will sie nicht kommen.
Dort legt der Fischer das Fahrzeug an,
Mir ist's beklommen.
Hast, Fischer, mein Liebchen nicht gesehn?
   Alinde! Alinde! -
»Muß suchen, wie mir die Reußen stehn,
Hab' [nimmer Zeit nach Jungfern]3 zu gehn.
[Schau, welch einen Fang]4 ich finde!«

Die [lichten]5 Sterne ziehn herauf,
Noch will sie nicht kommen.
Dort eilt der Jäger in [rüstgem]6 Lauf:
Mir ist's beklommen.
Hast, Jäger, mein Liebchen nicht gesehn?
   Alinde! Alinde! -
»Muß nach dem bräunlichen [Rehbock]7 gehn,
Hab [nimmer Lust nach Mädeln]8 zu sehn:
Dort schleicht er im Abendwinde!« -

[In schwarzer Nacht steht hier der]9 Hain;
Noch will sie nicht kommen.
Von [allem]10 Lebendgen irr' ich allein
Bang' und beklommen.
Dir, Echo, darf ich mein Leid gestehn:
   Alinde - »Alinde,«
Ließ Echo [leise]11 herüberwehn;
Da sah' ich sie mir zur Seite stehn:
»Du suchtest so treu: nun finde!« -

View original text (without footnotes)

Confirmed with Auswahl des Besten aus Friedrich Rochlitz' sämmtlichen Schriften Vom Verfasser veranstaltet, verbessert und herausgegeben. In sechs Bänden. Vierter Band. Züllichau, in der Darnmannschen Buchhandlung. 1822, pages 153-154; and with Glycine von Friedrich Rochlitz. Erster Theil. Züllichau und Freystadt bey Darnmann 1805, pages 223-224.

¹ Rochlitz (1805 edition): "Zur flinken Schnitterin"
² Schubert: "muß"
³ Rochlitz (1805 edition): "nicht die Zeit nach Mädchen"
⁴ Rochlitz (1805 edition): "Laß sehn, wie den Köder"
⁵ Rochlitz (1805 edition): "milden"
⁶ Schubert: "rüstigem"
⁷ Rochlitz (1805 edition): "Hirsche"
⁸ Rochlitz (1805 edition): "nicht die Lust nach Mädchen"
⁹ Rochlitz (1805 edition): "Die schwarze Nacht verhüllt den"
¹⁰ Rochlitz (1805 edition), and Schubert (Alte Gesamtausgabe): "allen"
¹¹ Rochlitz (1805 edition): "mir"

Text Authorship:

• by Johann Friedrich Rochlitz (1769 - 1842), "Alinde", written 1804 [author's text checked 1 time against a primary source]

Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):

• by Franz Peter Schubert (1797 - 1828), "Alinde", op. 81 (Drei Lieder) no. 1, D 904 (1827), published 1827 [ voice and piano ] [sung text checked 1 time]

Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):

• CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Alinda", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
• DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Alinde", copyright © 2005, (re)printed on this website with kind permission
• ENG English (David Gordon) , "Alinde", copyright ©, (re)printed on this website with kind permission
• ENG English [singable] (Natalie Macfarren) , "Alinde"
• FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Alinda", copyright © 2011, (re)printed on this website with kind permission
• ITA Italian (Italiano) (Paolo Pupillo) (Claretta Manara) , "Alinda", copyright ©, (re)printed on this website with kind permission

Research team for this page: David Gordon , Peter Rastl [Guest Editor]

This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 36
Word count: 188

De zon daalt in de diepe zee;
Dan zou zij wel komen.
De maaier loopt langs met kalme tree,
'k Heb bange dromen.
- Zeg, maaier, mijn liefje niet gezien?
Alinde, Alinde!
- Naar vrouw en kind'ren moet ik gaan,
Kan niet achter and're meiden aan;
Ze wachten op mij bij de linde.

De maan betreedt de hemelbaan;
Nog steeds moet zij komen.
Daar legt een visser zijn vaartuig aan;
'k Heb bange dromen.
- Zeg, visser, mijn liefje niet gezien?
Alinde, Alinde!
-'k Moet kijken hoe mijn fuiken staan,
Nooit tijd om grieten na te gaan;
Een heel mooie vangst zal ik vinden.

De held're sterren komen op:
Nog steeds moet zij komen.
Daar rijdt de jager in flinke galop,
'k Heb bange dromen.
- Zeg, jager, mijn liefje niet gezien?
Alinde, Alinde!
- 'k Moet achter mijn bruine reebok aan;
Naar meisjes heb 'k mijn hoofd nooit staan;
Daar sluipt hij in d' avondwinden.

In zwarte nacht staat hier het bos;
Nog steeds moet zij komen.
Ik dwaal hier alleen, van iedereen los,
Vol bange dromen.
-Jij, Echo, zult wel mijn leed verstaan:
Alinde, Alinde!
- "Alinde", kwam Echo zachtjes daar achteraan.
Toen zag ik haar zomaar naast mij staan:
- Jij mag, trouwe vriend, nu vinden!