Dutch (Nederlands) translations of Romanzen und Balladen für Singstimme und Klavier (Heft 1), opus 45
by Robert Schumann (1810 - 1856)
Return to the original list
1. Der Schatzgräber
by Robert Schumann (1810 - 1856), "Der Schatzgräber", op. 45 (Romanzen und Balladen für Singstimme und Klavier (Heft 1)) no. 1 (1840), published 1844 [ voice and piano ], Leipzig, Whistling
Language: German (Deutsch)
Wenn alle Wälder schliefen, Er an zu graben hub, Rastlos in Berges Tiefen Nach einem Schatz er grub. Die Engel Gottes sangen Dieweil in stiller Nacht, Wie rote Augen drangen Metalle aus dem Schacht. "Und wirst doch mein", und grimmer Wühlt er und wühlt hinab! Da stürzen Steine und Trümmer Über den Narren herab. Hohnlachen wild erschallte Aus der verfallnen Gruft, Der Engelsang verhallte Wehmütig in der Luft.
Text Authorship:
- by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857), "Der Schatzgräber", appears in Gedichte, in 7. Romanzen
See other settings of this text.
by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857)
1. De schatgraver
Language: Dutch (Nederlands)
Toen alle wouden sliepen, Ving hij te graven aan, Wilde in bergen, diepe, Een schat verwerven gaan. De eng'len Gods, die zongen Aldoor in stille nacht; Als rode ogen sprongen Metalen uit de schacht. "Je wordt van mij!" Nog trotser Woelt hij weg laag voor laag. Daar storten stenen en rotsen Over de dwaze omlaag! Wild hoongelach, een stortvloed, Klonk uit de oude schacht, De eng'lenzang vol weemoed Stierf zacht weg in de nacht.
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2012 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen. Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857), "Der Schatzgräber", appears in Gedichte, in 7. Romanzen
Go to the general single-text view
This text was added to the website: 2012-10-05
Line count: 16
Word count: 74
Translation © by Lau Kanen
2. Frühlingsfahrt
by Robert Schumann (1810 - 1856), "Frühlingsfahrt", op. 45 (Romanzen und Balladen für Singstimme und Klavier (Heft 1)) no. 2 (1840), published 1844 [ voice and piano ], Leipzig, Whistling
Language: German (Deutsch)
Es zogen zwei rüst'ge Gesellen Zum erstenmal von Haus, So jubelnd recht in die hellen, In die klingenden, singenden Wellen Des vollen Frühlings hinaus. Die strebten nach hohen Dingen, Die wollten, trotz Lust und Schmerz, Was Recht's in der Welt vollbringen, Und wem sie vorübergingen, Dem lachten Sinnen und Herz. -- Der Erste, der fand ein Liebchen, Die Schwieger kauft' Hof und Haus; Der wiegte gar bald ein Bübchen, Und sah aus heimlichen Stübchen Behaglich in's Feld hinaus. Dem Zweiten sangen und logen Die tausend Stimmen im Grund, Verlockend' Sirenen, und zogen Ihn in die buhlenden Wogen, In der Wogen farbigen Schlund. Und wie er auftaucht vom Schlunde Da war er müde und alt, Sein Schifflein das lag im Grunde, So still war's rings in der Runde Und über die Wasser weht's kalt. Es klingen und singen die Wellen Des Frühlings wohl über mir; Und seh' ich so kecke Gesellen, Die Tränen im Auge mir schwellen - Ach, Gott, führ' uns liebreich zu Dir!
Text Authorship:
- by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857), "Die zwei Gesellen", appears in Gedichte, in 2. Sängerleben
See other settings of this text.
by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857)
2. Op reis in de lente
Language: Dutch (Nederlands)
Eens togen twee dapp're gezellen Voor de eerste keer van huis, Al juichend recht in de klare, [In de]1 springende, zingende baren Van 't volle voorjaar op reis. Zij streefden naar hoge dingen, Zij wilden, 'tzij zacht of hard, Iets goeds in de wereld volbrengen, En wie zij voorbij maar gingen, Werd blij van geest en van hart. De eerste, die vond een liefje; Zijn schoonma hielp hem met haar geld, Hij wiegde weldra een zoontje En keek uit een nederig woontje Genoeglijk in 't open veld. De tweede man werd bedrogen Door duizend stemmen in zee, Hem lokten sirenen, zij riepen Hem in het zuigende diepe, In de diepe stroom ging hij mee. En toen hij opdook van onder, Was hij vermoeid en al oud, Zijn scheepje, dat lag diep bedolven, Doodstil was 't wijd op de golven En over het water woei 't koud. 'k Voel springen en zingen de golven Van 't voorjaar rondom mij nu; En zie 'k van die dapp're gezellen, In d' ogen mij tranen dan wellen -- Voer, God, ons genadig tot U!
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2012 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen. Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788 - 1857), "Die zwei Gesellen", appears in Gedichte, in 2. Sängerleben
Go to the general single-text view
View original text (without footnotes)1 toevoeging door Schumann
This text was added to the website: 2012-10-05
Line count: 30
Word count: 180
Translation © by Lau Kanen
3. Abends am Strand
by Robert Schumann (1810 - 1856), "Abends am Strand", op. 45 (Romanzen und Balladen für Singstimme und Klavier (Heft 1)) no. 3 (1840), published 1844 [ voice and piano ], Leipzig, Whistling
Language: German (Deutsch)
Wir saßen am Fischerhause, Und schauten nach der See; Die Abendnebel kamen, Und stiegen in die Höh'. Im Leuchtturm wurden die Lichter Allmählich angesteckt, Und in der weiten Ferne Ward noch ein Schiff entdeckt. Wir sprachen von Sturm und Schiffbruch, Vom Seemann, und wie er lebt, Und zwischen Himmel und Wasser, Und Angst und Freude schwebt. Wir sprachen von fernen Küsten, Vom Süden und vom Nord, Und von den seltsamen Menschen Und seltsamen Sitten dort. Am Ganges duftet's und leuchtet's, Und Riesenbäume blühn, Und schöne, stille Menschen Vor Lotosblumen knien. In Lappland sind schmutzige Leute, Plattköpfig, breitmäulig, klein; Sie kauern ums Feuer und backen Sich Fische, und quäken und schrein. Die Mädchen horchten ernsthaft, Und endlich sprach niemand mehr; Das Schiff war nicht mehr sichtbar, Es dunkelte gar zu sehr.
Text Authorship:
- by Heinrich Heine (1797 - 1856), no title, appears in Buch der Lieder, in Die Heimkehr, no. 7
See other settings of this text.
by Heinrich Heine (1797 - 1856)
3. 's Avonds aan het strand
Language: Dutch (Nederlands)
Wij zaten bij 't vissershuisje, En keken naar de zee; De avondnevels kwamen En stegen op, gedwee. In de vuurtoren werden de lichten Nu één voor één gewekt, En in de wijde verte Werd nog een schip ontdekt. Wij spraken van storm en schipbreuk, Van de zeeman en hoe hij leeft, Hoe tussen hemel en golven, En angst en vreugde hij zweeft. Wij spraken van verre kusten, Van zuiden en van noord, En over vreemde mensen En zeden van vreemde soort. Aan de Ganges geurt het en licht het, Waar reuzenbomen staan, En mooie stille mensen Voor de lotus knielen gaan. In Lapland zijn smerige lieden, Plathoofdig, breedmondig, klein; Zij hurken om 't haardvuur en bakken Zich vissen, en schreeuwen niet fijn. De meisjes luisterden ernstig, Ten slotte sprak niemand meer; Het schip was niet meer zichtbaar, Het donkerde al te zeer.
Text Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2012 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen. Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Heinrich Heine (1797 - 1856), no title, appears in Buch der Lieder, in Die Heimkehr, no. 7
Go to the general single-text view
This text was added to the website: 2012-10-05
Line count: 28
Word count: 142
Translation © by Lau Kanen